Zoals u waarschijnlijk vernomen heeft is er vanaf 1 januari 2019 een nieuw Vlaams Woninghuurdecreet  van toepassing.

In de nieuwe huurwetgeving is er bijzondere aandacht besteed aan de verhuring van studentenkamers en –studio’s. Om tegemoet te komen aan de specifieke huursituatie van studenten wijken tal van regels wijken af van de klassieke woninghuur. De nieuwe huurwetgeving is enkel van toepassing op contracten die worden afgesloten na 1 januari 2019.
Eerst enkele definities:
  • De wetgeving voor huur en verhuur van studentenkamers en studio’s is geldig voor alle kamers en studio’s die door studenten bewoond worden.
  • Een “student” is een jongere die ingeschreven is bij een instelling die voltijds onderwijs aanbiedt. Van zodra de student is afgestudeerd en werkt wordt  hij niet meer aanzien als student.
  • De hoofdverblijfplaats van de student blijft bij zijn ouders, de student mag niet officieel ingeschreven staan op het adres van de studentenkamer of studio.
  • Een buitenlandse student kan (indien hij/zij wenst ) zich in het vreemdelingenregister inschrijven op het adres van zijn studentenverblijf. De inschrijving is zelfs verplicht  van zodra de buitenlandse student, een toelating heeft voor een verblijf van meer dan 3 maanden.
  • Een internationale student behoudt zijn hoofdverblijfplaats in zijn thuisland zolang hij/zij een band heeft met zijn ouders en niet financieel zelfstandig is.
Voor u als investeerder/verhuurder veranderen er enkele belangrijke punten :
  1. All-in prijs
    De basishuurprijs moet een all-inhuurprijs zijn met alle kosten en lasten in. De basishuurprijs mag nog steeds vrij bepaald worden door de verhuurder. Enkel kosten van water, energie, internet, mogen daarbovenop komen. Door de all-inhuurprijs zullen discussies vermeden worden. Vroeger gebeurde het wel eens dat er grote verschillen waren tussen de gevraagde provisie voor de kosten en de uiteindelijke afrekening. Bij de ondertekening van de huurovereenkomst vroegen sommige verhuurders een lage provisie maar aan het einde van de huur kreeg de student wel een hoge afrekening gepresenteerd.

     

    De rentmeesters van Jurimmo hebben een vergelijkende onderzoek  gedaan van de kosten van de studentenkamers en studio’s die bij Jurimmo in beheer zitten en kwamen tot de vaststelling dat  de vaste kosten voor een studio komen op  80 EUR en voor een studentenkamer op 70 EUR.

    In de toekomst zal u dan ook geen afrekening meer ontvangen maar zal er een forfaitaire kost aangerekend worden van 70 EUR voor een studentenkamer en van  80 EUR voor een studio.

    De verhuurder mag de huurprijs enkel indexeren als de student meerdere jaren huurt. Een verhoging van de huurprijs mag enkel indien de verhuurder een energiebesparende investering doet die de huurwaarde met meer dan 10 % doet stijgen.

    Overgangsmaatregel: alle contracten die al lopen en die volgend jaar vernieuwd worden moeten nog geen all-inhuurprijs vermelden en mogen nog een opsplitsing maken tussen de kosten en de huurprijs.

  2. HuurwaarborgDe huurwaarborg voor studentenkamers mag  maximaal twee maanden huur bedragen en wordt niet opgetrokken. De huurwaarborg moetop een geblokkeerde rekening of op rekening verhuurder gestort worden.
  3. VerlengingEen stilzwijgende verlenging mag niet meer. De huurovereenkomst eindigt na afloop van de termijn, na tien of twaalf maanden. Als de student een volgend academiejaar wenst verder te huren, moet  er een nieuw huurcontract opgesteld worden. Het is niet nodig de huur expliciet op te zeggen.
  4. OpzegEen verhuurder kan een studentenhuur nooit vroegtijdig opzeggen, ook niet voor zijn eigen studerende kinderen. Enkel de student kan vroegtijdig opzeggen en enkel om onderstaande drie redenen:
    •    een student die zijn studies vroegtijdig stopzet, kan indien hij/zij een bewijs kan voorleggen van de onderwijsinstelling, met een opzeggingstermijn van twee maanden het contract kosteloos stopzetten;
    •    een student kan tot drie maanden voor de start van de huurovereenkomst het contract kosteloos opzeggen, zonder opzeggingsvergoeding. Bij een latere opzeg moet een vergoeding van twee maanden huur betaald worden;
    •    bij het overlijden van één van de ouders of een andere persoon die instaat voor het onderhoud van de student, zal er een opzeggingstermijn van twee maanden zijn zonder een opzeggingsvergoeding.